Jarenlang was hij bankier, nu denkt hij professioneel na over de toekomst. Systeemdenker Christophe Kempkes (48): ‘Vroeger wilde ik schitteren, nu wil ik dienen, en elke dag een brood bakken.’
De Standaard : Interview met Joke Van Caesbroeck
Maandag 29 november 2021
'Toen ik van mijn eerste vrouw scheidde, voelde dat als een falen' - foto Kaat Pype
‘Als ik met veel jongere mensen praat, en voel dat ik eigenlijk helemaal op dezelfde golflengte zit, is daar altijd dat besef: ik voel me jonger dan ik ben. Maar het is wat het is, ik nader de vijftig. Mijn oudste kinderen zijn zeventien en veertien jaar, en zeggen me vaak dat ik jonger overkom dan de vaders van hun vrienden. Het heeft er misschien ook mee te maken dat ik hertrouwd ben, en nu ook twee kleintjes heb rondlopen, van drie en anderhalf jaar oud. Uiteraard is dat soms lastig: weer drie tot vier keer per nacht opstaan, voeden, spelen. Maar het is ook anders dan die eerste keer vader worden. Ik steek nu veel meer tijd in mijn kinderen, ook in de twee oudste. Ouder worden is evolueren. Als je jong bent, wil je vooral zélf schitteren. Dat is nu helemaal anders. Ik ben rijper, en mijn prioriteiten zijn verschoven. Het draait nu veel minder om mij dan toen ik een prille dertiger was. Ik ben zorgender geworden, meer een dienaar.’
‘Verlamd door angst ben ik niet, maar het verouderen houdt me wel bezig. Ik ben al mijn hele leven gefascineerd door de dood. Ik begrijp het niet, dat er ooit een moment zal komen dat ik niet meer besta. Dat ik niet meer zal kunnen denken. Ik leef enorm graag. De gedachte dat het ooit stopt, en dat ik niet eens ga beseffen dat het is gestopt, vind ik gek. Ik kan daar niet bij. Aan de andere kant is het besef van eindigheid voor mij ook een motivatie om bezig te zijn met mijn vier kinderen, om hen bepaalde waarden mee te geven, en hen zelf hun eigen waarden te laten ontdekken. Uiteindelijk is het via hen dat je zelf, voorbij je eigen eindigheid, blijft verder leven.’
Groeiend bos
‘Toen ik van mijn eerste vrouw scheidde, voelde dat als een falen. Je hebt in iets geloofd, en dat is niet gelukt. Maar ellende en pijn gaan ook vaak gepaard met hoop. Ik leerde iemand nieuw kennen en hertrouwde. Anneleen is vijftien jaar jonger dan ik, misschien is het ook door haar dat ik me helemaal geen achtenveertig voel.’ (lacht)
‘Je hoort wel eens: vier kinderen hebben in deze tijd, is dat wel nog verantwoord? Een begrijpelijke vraag, maar een groot gezin maakt mij gelukkig’
‘Tot een paar jaar geleden was ik bankier. Nu werk ik als systeem- en toekomstdenker. Je leven omgooien en een andere weg inslaan, ook professioneel, gebeurt nooit zomaar van de ene op de andere dag. Het Chinese spreekwoord zegt: een vallende boom maakt meer lawaai dan een groeiend bos. Het is inderdaad een proces dat langzaam vorm krijgt in je hoofd. Zo begon ik meer en meer te beseffen dat alles wat we doen, als mens en als maatschappij, met elkaar verbonden is. Mijn gedrag beïnvloedt het jouwe, en vice versa. We hebben allemaal impact op elkaar. En problemen hebben zelden één oorzaak. Als systeemdenker pas ik die holistische visie toe. Ik zie de wereld, maar ook mijn eigen gezin, als één geheel.’
Kaat Pype
‘Nog veel te vaak behandelen we problemen symptomatisch. Bij de dokter is dat nog vaak zo, maar ook in de politiek. Een soort steekvlambeleid. Ik probeer meer te denken, ook oplossingsgericht, vanuit het idee dat de verschillende maatschappelijke domeinen een impact hebben op elkaar. Economie staat niet los van sociaal welzijn en van onderwijs. Al die zaken beïnvloeden elkaar, dus moeten we volgens mij ook de problemen veel breder en dieper aanpakken.’
‘Mijn job is nadenken. En anderen strategisch aan zet krijgen, zodat er verbetering kan ontstaan. Ik werk voortdurend met mijn hoofd. In het voorjaar van vorig jaar besefte ik plots, ook vanuit die holistische visie, dat mijn hart en mijn handen niet losstaan van mijn brein. En zo bakte ik bijna twee jaar geleden mijn allereerste brood. Vooral vanuit een drang naar natuurlijke zelfredzaamheid. Mijn grote droom is om met mijn gezin in Zweden te gaan wonen, waar de afstanden veel groter zijn dan hier. Ook om een bakker te vinden. Ik ben een heel grote fan van het Vlaamse zondagsontbijt: koffiekoeken, pistolets, vers brood. En ineens daagde het me: stel dat we daar dan in Zweden zitten, en ik kan niet eens zélf een brood bakken.’
De spirituele waarde van brood
‘Het begon met één brood, en de volgende dag bakte ik er opnieuw een. En weer een. Ik begon te experimenteren. Sindsdien heb ik geen enkele dag meer overgeslagen. Elke dag weer een nieuw, vers, brood, dat er ook telkens weer anders uitziet. Elk brood dat je bakt, is uniek. Met zijn eigen rauwe kantjes, egaal is het nooit. Dat vind ik geweldig.’
‘Het is natuurlijk een beetje het tijdperk van de hobbyist, van de amateurs. Ik leef in deze tijd, dus die maakdrang zal daar wel mee te maken hebben, maar dat was niet bewust. Het was een verlangen dat uit mijn binnenste kwam. Niet vanuit een romantische reflex, maar als een soort persoonlijk verzet tegen de wereld en de manier waarop we onze maatschappij vormgeven: vaak vanuit een materialistisch beeld, waarbij we soms bepaalde waarden vergeten. Een brood bakken, elke dag opnieuw, is voor mij een soort kleine rebelse actie.’
‘Ik ben geen wereldverbeteraar, maar op microniveau, binnen mijn eigen gezin, wil ik bepaalde waarden ervaren en meegeven. Mijn jongste kinderen helpen me soms bij het bakken. Afwegen, deeg kneden. Want een brood bakken is wérken. En als het dan in de oven zit, en je zoontje komt de trap af en zegt dat het zo lekker ruikt in huis, dan geeft dat een enorm gevoel van dankbaarheid, maar ook van intimiteit en verbondenheid. Het is een soort gedeelde trots.’
Kaat Pype
‘Geef ons heden ons dagelijks brood: het religieuze aspect van brood is onontkoombaar. Mijn grootvader, die intussen al tien jaar dood is, was erg gelovig. Ik ben dat zelf nooit geweest, ik plaagde hem daar zelfs mee, maar ik was ook jaloers. Voor hem was er immers wél iets na de dood, en voor mij zou het stoppen. Nu bekijk ik het zo: mijn grootvader keek, om persoonlijk te kunnen groeien, naar buiten. Naar God. Ik kijk voor mijn persoonlijke groei naar binnen, naar wat ik zelf kan doen, zelf waardevol en zinvol vind. Voor mij, en voor mijn gezin.’
‘Brood is voor mij persoonlijk niet religieus, maar het heeft wel een spirituele waarde. Het heeft te maken met geloven in iets. En met verbondenheid: iets maken waar ook een ander van kan genieten. Dat bedoel ik wanneer ik zeg dat ik doorheen de jaren meer een dienaar ben geworden. Ik wil een soort leidinggevende maar dienende rol spelen voor mijn vrouw en mijn kinderen. Dat verse brood elke dag staat daar symbool voor.’
Kleine daden van rebellie
‘Ik denk dat ik geleerd heb dat gelukkig zijn voor een groot deel lukt door anderen, de mensen die je graag ziet, gelukkig te maken. Door je leven voor een stuk in het teken van die anderen te zetten. Ik doe dat natuurlijk op heel kleinschalig niveau, elke dag een brood voor mijn gezin, maar ik hoef het ook niet grootser te zien dan dat. Dat brood staat symbool voor het fundament dat we als gezin hebben, een fundament waar stevige gebouwen op gezet kunnen worden.’
‘Je hoort weleens: vier kinderen hebben in deze tijd, is dat wel nog verantwoord? Een begrijpelijke vraag, maar een groot gezin maakt mij gelukkig. De kinderen geven me ook een bepaalde rust, ze nemen zelfs die angst voor de dood wat weg. Ze zijn het verlengstuk van mijn leven, als ik hen bepaalde waarden meegeef, en hen toon hoe ze ook die van zichzelf kunnen ontdekken, dan leef ook ik voort. Dan stel ik me voor hoe zij met hun kinderen brood bakken, en hoe hun kinderen met hun eigen kinderen ook weer brood bakken. Dat zou ik geweldig vinden.’
‘De ratrace waar we in zitten, hebben we onszelf opgelegd.’
‘Een individu kan de wereld niet redden, maar we kunnen wel voor onszelf kleine daden van rebellie tegen die wereld inbouwen. Voor mij is dat elke dag dat brood bakken. Het is mijn manier van maken, van vertragen, en van verbinden. Een kleine daad van verzet.’
Comments